Soldeerbout smelt soldeertin niet

Deze pagina gaat ervan uit dat je soldeerbout aangaat en wel warm wordt, maar het soldeertin niet effectief smelt. Als je soldeerbout helemaal niet warm wordt, raden we je aan deze pagina door te lezen.

Veel problemen met solderen of soldeerbouten kunnen het gevolg zijn van onjuist gebruik. Zorg ervoor dat je soldeerbout niet zomaar in slaapstand is gegaan en even moet opwarmen. Sommige bouten kunnen dit doen om slijtage van de punt te voorkomen.

Je probeert misschien soldeer aan te voeren naar een deel van de punt dat koeler is dan andere delen. De zijkant van een conische punt is de beste plek om het soldeer aan te brengen en tegen de verbinding te houden; de scherpe punt is mogelijk te koud.

Bekijk onze deze pagina om er zeker van te zijn dat jij niet het probleem bent.

Bij veel soldeerbouten is de temperatuur instelbaar. Als je soldeerbout deze functie heeft, zorg er dan voor dat de temperatuur correct is ingesteld voor het soldeertin en de onderdelen waarmee je werkt. Zorg er ook voor dat de bout is opgewarmd.

• Stel het in op 300 °C als je loodhoudend soldeer gebruikt.
• Stel het in op 375 °C als je loodvrij soldeer gebruikt.

Mogelijk moet je deze waarden enigszins aanpassen, afhankelijk van wat je soldeert. Componenten met een grote thermische massa, zoals metalen connectoren, dikke draden of vermogensweerstanden, hebben een hogere temperatuur nodig om een ​​goede soldeerverbinding te vormen. Kleine componenten, met name opbouwmontage, vereisen een lagere temperatuur om hitteschade te voorkomen.

De beste manier om de punt te onderhouden is om de punt van je soldeerbout na elk gebruik te "vertinnen" door een kleine hoeveelheid soldeer over de punt te smelten. Dit voorkomt oxidatie, wat een goede warmteoverdracht kan belemmeren. Soms lijkt het alsof je soldeerbout het soldeertin niet smelt, maar de punt kan zwaar geoxideerd zijn en wat aandacht en zorg nodig hebben. Dit komt niet vaak voor, maar hier is een handleiding voor het proces.

Als de soldeerbout langere tijd niet is vertind, er zichtbare oxidatie of corrosie op de punt zichtbaar is, of als de punt anderszins gebarsten of beschadigd is, vervang hem dan.

Soms gaat het verwarmingselement in de soldeerbout of de punt gedeeltelijk kapot, waardoor de soldeerbout niet heet genoeg wordt. Verwijder de punt en inspecteer het verwarmingselement op scheuren of beschadigingen en vervang het indien nodig. Als je geen schade ziet, haal je soldeerbout dan uit elkaar en vervang het verwarmingselement.

Bij sommige soldeerbouten maakt de punt deel uit van een cartridge-constructie. Als je een soldeerbout met een cartridge hebt, probeer dan de puntcartridge te vervangen. Sommige soldeerstations geven een foutmelding als het verwarmingselement defect is.

De temperatuurregeling van je soldeerbout kan defect raken, hetzij de sensor, hetzij de regelaar zelf.

Soldeerbouten van hogere kwaliteit werken volgens het principe van temperatuurregeling. Ze hebben een sensor (meestal een thermokoppel) geïntegreerd in het verwarmingsgedeelte van de punt, en een elektronische regelaar die de thermokoppelsignalen gebruikt om de temperatuur van de punt af te stemmen op de instellingen op de soldeerbout.

Als het thermokoppel beschadigd is of de bedrading defect is, warmt de soldeerbout mogelijk niet op. Het regelcircuit zelf kan ook het probleem zijn. Tenzij je een nieuw regelbord kunt krijgen, of klaar bent voor reparaties op printplaatniveau, kan dit een spelbreker zijn. Je kunt proberen het verwarmingsgedeelte te vervangen, want dat levert je zowel een nieuw element als een nieuwe sensor op. Als dat niet werkt, is het regelcircuit waarschijnlijk defect.