Bracket Plate of Y-Axis Motor
|
1 Antwoord 3 Score |
3D printer blue screen |
|
3 Antwoorden 0 Score |
Why is my extruder nozzle not heating? |
|
4 Antwoorden 1 Score |
Why is my screen beeping and automatically selecting things? |
|
1 Antwoord 0 Score |
How can I fix the ribbon cable for the extruder filament sensor? |
Gereedschap
Dit is een aantal algemene gereedschappen dat gebruikt wordt om aan dit apparaat te werken. Je hebt niet elk stuk gereedschap voor elke procedure nodig.
Achtergrond
3D-printen, ook wel bekend als additieve productie, is een proces waarbij driedimensionale objecten worden gemaakt van digitale bestanden door materialen over elkaar te leggen. Hoewel de eerste 3D-printer in de jaren 80 werd gemaakt, duurde het tot begin 2010 voordat de technologie toegankelijker en populairder werd.
Een van de eerste pioniers van 3D-printen was Hideo Kodama, een Japanse onderzoeker die in 1981 een artikel publiceerde met de titel "Automatische methode voor het vervaardigen van een driedimensionaal plastic model met fotohardend polymeer". In zijn artikel stelde Kodama een methode voor om een 3D-object te maken met behulp van een fotopolymeer dat stolt bij blootstelling aan uv-licht. Kodama's methode maakte gebruik van een snijproces om een reeks tweedimensionale dwarsdoorsneden van het object te maken, die vervolgens op elkaar werden gestapeld om een driedimensionaal model te creëren.
Kodama's werk genoot echter buiten Japan weinig erkenning en pas halverwege de jaren negentig begon 3D-printen meer aandacht te krijgen. In 1986 vond Chuck Hull, medeoprichter van 3D Systems, een proces uit genaamd stereolithografie, dat een vergelijkbaar fotopolymerisatieproces gebruikte om 3D-objecten te creëren. Dit werd gevolgd door andere methoden, zoals selectief lasersinteren en fused deposition modeling, waarbij verschillende materialen en technieken werden gebruikt om objecten te creëren.
Sindsdien is de 3D-printtechnologie zich blijven ontwikkelen, met nieuwe materialen en methoden voor diverse toepassingen, van rapid prototyping tot medische implantaten en zelfs voedsel. De technologie is betaalbaarder en toegankelijker geworden, met desktop 3D-printers die verkrijgbaar zijn voor slechts honderd dollar.
Tegenwoordig wordt 3D-printen gebruikt in diverse sectoren, waaronder de lucht- en ruimtevaart, de auto-industrie, de mode en de architectuur, en heeft het de potentie om de productie en toeleveringsketens te revolutioneren door on-demand productie van op maat gemaakte onderdelen en producten mogelijk te maken.
Algemeen
Een 3D-printer is een machine die fysieke objecten kan creëren op basis van een digitaal ontwerp door opeenvolgende lagen materiaal aan te brengen. Deze machines worden ook wel additieve productiemachines genoemd, omdat ze objecten bouwen door materiaal laag voor laag toe te voegen.
De meest gebruikte materialen voor 3D-printen zijn verschillende soorten thermoplasten, zoals ABS (acrylonitril-butadieen-styreen), PLA (polymelkzuur), PET-G (polyethyleentereftalaatglycol) en nylon. Elk materiaal heeft zijn eigen unieke eigenschappen, zoals sterkte, flexibiliteit en duurzaamheid, waardoor het geschikt is voor verschillende soorten objecten.
Andere materialen die geschikt zijn voor 3D-printen zijn onder andere metalen, keramiek en zelfs voedsel! Deze materialen vereisen echter gespecialiseerde printers en worden minder vaak gebruikt in dagelijkse toepassingen.
Om een 3D-object te maken, moet u het eerst ontwerpen in een computerondersteund ontwerpprogramma (CAD), zoals Autodesk Inventor, FreeCAD of PTC Creo. In deze programma's kunt u een 3D-model van het object maken en de grootte, vorm en andere details specificeren.
Zodra het ontwerp voltooid is, moet u het converteren naar een formaat dat de 3D-printer begrijpt. Dit gebeurt meestal met behulp van een slicingprogramma, zoals Cura of PrusaSlicer. Het slicingprogramma verdeelt het 3D-model in duizenden lagen, die elk een dunne plak van het uiteindelijke object vertegenwoordigen. Vervolgens genereert het een reeks instructies, G-code genaamd, die de printer gebruikt om het object laag voor laag op te bouwen.
De G-code bevat instructies voor de bewegingen van de printer, waaronder hoe snel de printer moet bewegen, hoeveel materiaal er moet worden geëxtrudeerd en bij welke temperatuur het filament moet smelten. Het regelt ook andere aspecten van het printproces, zoals de printbedtemperatuur en de ventilatorsnelheid.
Zodra de G-code is gegenereerd, kunt u deze naar de 3D-printer overbrengen, meestal via een SD-kaart of via het netwerk. De printer leest de instructies en start het printproces, waarbij het gesmolten filament laag voor laag wordt aangebracht totdat het uiteindelijke object voltooid is.
Aanvullende informatie
Met dank aan deze vertalers:
100%
Toon Konings helpt ons de wereld te repareren! Doe je mee?
Begin met vertalen ›